Waarom houden we vast aan ongezond gedrag?

Blog icon

We eten graag hapjes uit de frituurpan, slagroomtaart en gebakjes, we drinken nogal eens te veel alcohol, we gaan liever met de auto dan met de fiets en we blijven roken terwijl je daar ziek van kunt worden. Hoe komt het toch dat we vaak vasthouden aan een dergelijke leefstijl? Wat moet er nog meer gebeuren dan weten dat bepaald gedrag ongezond is?

Wanneer we het hebben over leefstijlen dan wordt meestal gedoeld op de 5 leefstijlen uit het zogenaamde BRAVO-model: bewegen, roken, alcohol, voeding en overgewicht. Overgewicht hoort er eigenlijk logischerwijs niet bij, omdat overgewicht geen gedrag is maar het resultaat van ongezond gedrag in de 4 echte leefstijlthema’s.

Ongezond en risicovol gedrag zien we in elk van de 4 leefstijlen en het is opmerkelijk dat veel mensen wel op de hoogte zijn van het feit dat hun gewoontes ongezond zijn, maar dat dat geen reden is om daar iets aan te veranderen. Is dat eigenlijk niet raar? Je zou toch denken dat kennis over gezondheidsrisico’s je zou doen besluiten om je gedrag aan te passen, maar feitelijk doen we dat maar sporadisch.

Leefstijl is meer dan gedrag alleen!

Wanneer je hoort dat je flink kunt besparen op energiekosten door geen kwartier maar slechts 5 minuten te douchen, dan is het niet zo’n heel grote stap om die verandering in te voeren. Misschien vind je het best lekker om een kwartier onder die waterstraal te staan, maar met 5 minuten ben je schoon en heb je het belangrijkste doel bereikt. De rest is luxe en kun je laten.

Wanneer je snapt dat je minder snel verkouden zult zijn als je in de winter een jas aantrekt en een das aandoet als je naar buiten gaat, dan is het niet zo’n heel grote stap om dat ook feitelijk te doen. Je hoeft er alleen maar aan te denken en het is makkelijk te volbrengen.

Waarom lukt een gedragsverandering wel bij het douchen en beter kleden, en niet bij de eerder genoemde leefstijlen? Dat komt omdat een leefstijl veel meer is dan gedrag alleen. Bij leefstijlen zijn we meestal gehecht geraakt aan bepaalde patronen en er spelen nog een aantal van de volgende zaken mee:

  • We hebben de mogelijkheid om kennis over ongezonde aspecten van het gedrag weg te drukken als het ons niet uit komt.
  • We koesteren vaak overtuigingen die het ongezonde gedrag vergoeilijken (“Het valt wel mee, zoveel drink ik nu ook weer niet!”
  • We hechten positieve waarden aan het ongezonde gedrag (“Roken is toch gezellig”)
  • We denken dat we niet echt de vaardigheden hebben om het ongezonde gedrag blijvend te veranderen (“Dat lukt me nooit! Na het avondeten moet ik echt een sigaret hebben!” )
  • We vinden dat het ongezonde gedrag past bij wie we zijn. (“Ik ben nu eenmaal een echte roker!”)
  • Onze omgeving ondersteunt vaak het foute gedrag. In gezinnen waar iedereen rookt is het heel moeilijk om daar het verslavingsgedrag te doorbreken.
  • Soms is er daarnaast ook sprake van fysieke verslaving, zoals bij alchoholverslaving of nicotineafhankelijkheid. Nicotine is een van de meest verslavende stoffen die er zijn!

In meer theoretische termen uitgedrukt:

  • We vertonen ongezond of risicovol gedrag
  • We hebben de vaardigheden niet om er verandering in aan te brengen
  • We hebben overtuigingen die het verkeerde gedrag ondersteunen
  • We hechten een overdreven positieve waarde aan het gedrag
  • We denken dat het gedrag een onderdeel is van onze identiteit, dat we niet meer ‘onszelf’ zijn als we dat gedrag loslaten.

Gedragsverandering en gezondheidsvoorlichting (GVO)

Laten we eens kijken hoe professionele gezondheidsvoorlichters proberen om mensen te helpen tot gedragsverandering te komen. Ze doen dat door de volgende fasen te doorlopen in hun voorlichting.

  1. Aandacht: je kunt pas beginnen met je werk als voorlichter wanneer je de aandacht van je doelgroep hebt. Als je zou proberen om sporters van het roken af te krijgen, zou je kunnen beginnen met hen de vraag te stellen: “Denk je dat Johan Cruijff nog geleefd zou hebben als hij nooit gerookt zou hebben?”
  2. Begripsverbetering: Als je de aandacht hebt, kun je gaan praten over de reële gevaren van risicogedrag. “Wanneer is roken gevaarlijk voor je? Hoeveel moet je dan roken? Hoe lang? Wat kun je er precies door oplopen?” Een goed begrip van de feiten helpt om verkeerde ideeën uit de weg te ruimen en om mensen een juiste inschatting te geven van de effecten van het verslavingsgedrag.
  3. Attitudeverandering: een verandering van de houding t.o.v. roken kan optreden door een goede afweging te maken van de voor- en nadelen ervan. Als je alles op een rij zet, is roken dan nog wel zo aantrekkelijk?
  4. Hanteren sociale invloed: voor rokers die willen stoppen is het belangrijk om onder ogen te zien hoe de omgeving hen daarin soms tegenwerkt. Andere rokers willen vaak helemaal niet dat jij er in slaagt om vaarwel te zeggen tegen de sigaret. Ze worden er te zeer door geconfronteerd met hun eigen onvermogen om te stoppen. Liever maken ze je tot ‘partner in crime’ die gezellig mee blijft roken in plaats van onrust te stoken. Wil je als stopper slagen, zoek dan bij voorkeur het gezelschap van mensen die achter jouw plan staan om te stoppen. Praat veel met ex-rokers en vraag hen hoe ze het voor elkaar hebben gekregen en wat het hen oplevert om niet meer te roken.
  5. Oefenen met vaardigheden: een van de vaardigheden die nodig hebt, is controle hebben over je eigen impulsen. Als je nu niet in staat bent om een half uur niet te roken, hoe denk je dat dan vol te houden als je helemaal gestopt bent? Als aanloop naar volledig stoppen kun je een paar weken oefenen met een aantal vaardigheden om meer vertrouwen in jezelf te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan:
    • Thuis laten van je sigaretten als je een korte poos weg bent
    • Weglaten van enkele favoriete rookmomenten op een dag
    • Leren ‘nee’ zeggen als anderen je iets vragen wat je echt niet wil
  6. Gedragsverandering: wanneer je daadwerkelijk stopt met je verslaving, dan loont het om vooral te letten op de positieve effecten daarvan. Probeer zo weinig mogelijk te blijven hangen in zelfmedelijden over het verlies dat je lijdt.
  7. Gedragsbehoud: Een paar weken stoppen is niet genoeg. Je moet jezelf voorbereiden op een rookvrij leven. Kijk daarom altijd verder in de tijd en bedenk hoe blij je zult zijn als je een heel jaar rookvrij bent!

Deze fasen van gedragsverandering door voorlichting zijn ontleend aan het model van professor Kok uit 1996. Parallel lopend aan de bovengenoemde fasen zou de potentiële stopper de volgende stappen moeten doorlopen:

  1. openstaan
  2. begrijpen
  3. willen
  4. kunnen omgaan
  5. kunnen uitvoeren
  6. doen
  7. blijven doen

Je hoeft het niet alleen te doen!

Lijkt het je een hele klus omdit allemaal voor elkaar te krijgen in je eentje, laat je dan adviseren door Stichting Stop Bewust over hoe je met minimale kosten goede begeleiding kunt krijgen van een professionele stoppen-met roken coach voor wie dit soort stappen dagelijks werk zijn!

https://stichtingstopbewust.nl/wp-content/themes/stichting-stop-bewust